EEN BLIK OP DIT KIP-EI VERHAAL

Op een regenachtige woensdagochtend reisden YNNO-collega’s Wouter en Yvet richting het Syndesmo HQ op Utrecht Centraal. ’s Ochtends om 9 uur was afgesproken en Yvet kwam met de auto. “Daar hebben we meteen twee onderwerpen voor een gesprek,” aldus mobiliteitsexperts Ruud de Groot en Mirjam de Keizer. Want als iedereen dat zo doet, houden we last van die ochtendspits. We vroegen hen hoe het nou eigenlijk gesteld staat met die volle treinen en lange files, en vooral hoe dit de werkdag in de toekomst verder zal beïnvloeden.

Ieder mens heeft de behoefte om ongeveer een uur per dag te reizen (Marchetti’s constante). Dit komt vanuit de oorsprong van de mens. En die behoefte zit er nog steeds in. Er is inmiddels ook bewezen: van meer reistijd worden we niet gelukkiger, maar van minder ook niet. Niet zo gek dus, dat de manier van reizen een onderwerp op de agenda van steeds meer organisaties is.

VIER FACTOREN DIE MOBILITEIT VORMGEVEN

Vanuit ons vak zien we vier factoren die belangrijk zijn als je als organisatie aan de slag wilt met mobiliteit. Het start met het helder hebben van wat je wilt bereiken met mobiliteit: wat vinden we van dit thema als organisatie, wat is onze ambitie en wat zijn onze uitgangspunten? Flexibiliteit als doel vraagt om ander beleid dan bijvoorbeeld duurzaam reizen.

Vervolgens kijk je naar de context: waar staat het (toekomstige) kantoor, in welke omgeving en hoe is het bereikbaar? Als je als organisatie wilt dat meer mensen gaan fietsen, maar je op jouw bedrijventerrein vlak naast en langs vrachtwagens moet rijden, dan stap je niet gauw op.

Als volgende kijk je naar je regelingen en voorzieningen. Wat is er al geregeld in bijvoorbeeld de reiskostenregeling en leaseregeling en wat kan er anders? Een differentiatie in de reiskostenvergoeding, waarbij je duurzame kilometers hoger vergoedt dan niet duurzame ritten, heeft invloed op de keuze die medewerkers maken. En als alle leaseauto’s vanaf nu elektrisch zijn, wordt het wagenpark duurzamer.

De laatste factor die bepalend is bij de gewenste verandering is gedrag. Want ook al heb je een visie, de beste regelingen en alle voorzieningen op orde, mensen gaan niet vanzelf anders reizen. Daar is echt meer voor nodig. Capaciteit, motivatie en gelegenheid spelen hierbij een rol. Is iemand bijvoorbeeld in staat om te fietsen? Welke weerstand zit iemand in de weg om elektrisch te gaan rijden? Is er een deelauto beschikbaar om die autorit te maken? Op dat soort vragen zul je als organisatie antwoorden moeten hebben.

HOE KOMEN WERKEN EN REIZEN SAMEN?

Door vanuit dezelfde visie en ambitie te werken. Zo kom je tot een mobiliteitsbeleid en werkplekconcept die naadloos op elkaar aansluiten en logisch worden, ook voor medewerkers. Bijvoorbeeld met een combinatie van variabele vergoedingen; op de drukke dinsdag en donderdag krijg je een hogere thuiswerkvergoeding en lagere reiskostenvergoeding dan op woensdag en vrijdag. Hiermee stimuleer je spreiding van aanwezigheid over de week vanuit twee kanten. Of door duurzame manieren van reizen te stimuleren zodat het past bij de duurzame keuzes binnen het gebouw. Je combineert beleid met fysiek, bijvoorbeeld door een heel makkelijk te vinden fietsenstalling met goede faciliteiten of overdekte laadplekken voor de elektrische auto dicht bij de ingang.

WAT VOOR WERK JE DOET, BEPAALT WAAR JE DAT DOET

Werken en reizen is een beetje een kip-ei verhaal: beïnvloedt mobiliteit je werk of beïnvloedt het werk hoe je reist? Wat ons betreft is het dat laatste. Het werk dat je doet, bepaalt mede waar je dat doet. Een online overleg voeren of document uitwerken kan vanuit huis. Om bijvoorbeeld een patiënt te verzorgen of logistieke werkzaamheden in een warehouse te doen, moet je naar een andere locatie. De manier waarop we nadenken over hoe we reizen, is echt anders dan een aantal jaar geleden. Toen dachten we vooral na over hoe we onderweg gingen en dat was vaak elke dag hetzelfde, nu is dat vaker ook anders. De verandering naar meer ‘keuze reizigers’ vraagt om flexibiliteit in mobiliteitsbeleid en maakt dat organisaties nadenken over mobiliteit en hoe zij dit slimmer kunnen regelen. En dat merken we in onze praktijk.

DUURZAAMHEID ALS BELANGRIJKE AGENDAPUNT

Daarnaast zien we steeds vaker dat organisaties vanuit duurzaamheid aan de slag willen met hun mobiliteitsbeleid. ‘De meest duurzame reis is de niet-gemaakte reis’ is een zin die wij al jaren gebruiken en nu nog steeds hartstikke actueel is. Een thuiswerkvergoeding was een aantal jaren geleden meer uitzondering dan regel. Nu is dit bij steeds meer organisaties onderdeel van het mobiliteitsbeleid. Organisaties denken na over het makkelijk toegankelijk maken van duurzame reisopties door bijvoorbeeld de invoering van een mobiliteitskaart die toegang geeft tot verschillende modaliteiten. Ook het stimuleren van duurzame keuzes, zoals met de trein reizen of vaker met de fiets naar het werk gaan, staat vaker hoog op de agenda. En zo blijven we samen constant ontwikkelen om de wereld van werk te ondersteunen.

Download hier het hele rapport.